Weekagenda | Door chief investment strategist George Raven
Weinig economische cijfers de komende week. De Amerikaanse inflatiecijfers op woensdag zullen de meeste aandacht trekken.

Naar verwachting zullen die in ieder geval in april en mei hoog liggen, voornamelijk als gevolg van twee factoren. In de eerste plaats viel de inflatie een jaar geleden, vooral in april en mei, fors terug als gevolg van de coronacrisis. De vergelijkingsbasis met een jaar geleden is dus zeer laag de komende maanden, waardoor de groeicijfers op jaarbasis hoog uitvallen. Daarnaast veroorzaakt het zeer krachtige economisch herstel van de laatste maanden voor leveringsproblemen en stijgende prijzen van olie en andere grondstoffen. Verwacht wordt daarom dat het gewone inflatiecijfer op jaarbasis zal toenemen van 2,6% in maart tot 3,6% in april, een stijging van een vol procent in slechts een maand tijd. Het kerninflatiecijfer (zonder voedsel en energieprijzen) zal natuurlijk minder toenemen, maar ook hierin wordt een stijging verwacht van 1,6% in maart naar 2,3% in april. De Amerikaanse centrale bank gaat ervan uit dat de hoge inflatie tijdelijk is, zodat het ruime monetaire beleid ongewijzigd zal blijven. Pas over enkele maanden valt te beoordelen of de hoge inflatie inderdaad slechts van tijdelijke aard is.
 
De verwachte forse terugval in de groei van de omzetten in de detailhandel (vrijdag) heeft te maken met het feit dat een maand eerder de meeste Amerikanen een cheque ontvingen van 1.400 dollar ter bestrijding van de crisis. Hoewel deze cheques gemiddeld voor slechts een kwart zijn uitgegeven (de rest is aangehouden als spaargeld of gebruikt om schulden af te lossen), leidde dit tot bijna 10% groei in de bestedingen in de detailhandel in maart. In april is die enorme groei naar verwachting weer weggevallen.
 
Het Q1 cijferseizoen begint af te lopen, maar woensdagmiddag wordt het nog een laatste keer druk: Bekijk de volledige agenda (pdf)
Contact