Column Jos Versteeg | Niet teveel zorgen over oplopende inflatie
Vorige week werd bekend dat de Amerikaanse inflatie (CPI) op maandbasis in oktober stevig was opgelopen (+0,9%) en op jaarbasis met 6,2% in dertig jaar niet meer zo hoog is geweest. De hoge inflatie duurt langer dan eerder gedacht, maar zal waarschijnlijk tijdelijk zijn. 

Nadat de inflatie op maandbasis daalde van 0,9% in juni naar 0,3% in augustus, was de maand oktober toch schrikken. Was de inflatie in het voorjaar nog grotendeels te danken aan brandstof en tweedehands auto’s; inmiddels beginnen de prijzen op een breder vlak te stijgen. Het cijfer waar de Amerikaanse Centrale Bank naar kijkt, de wat breder gemeten PCE die vaak zo’n 30 basispunten onder de CPI ligt, was in september 4,4% op jaarbasis. Volgende week woensdag wordt de PCE over oktober bekend. De Fed streeft naar een inflatie die tijdelijk wat boven de 2% ligt, maar kan zich niet gemakkelijk voelen met het huidige hoge niveau. 

Richard Clarida, de vice-voorzitter van de Fed, zei onlangs tegen de Wall Street Journal dat de meeste van zijn collega’s die deelnemen aan het beleidscomité geloven dat de risico’s gekanteld zijn naar een hoger dan verwachte inflatie. Waarom doet de Fed dan niets? 

Deze week schreef Bill Dudley, oud vice-voorzitter van het beleidscomité en columnist bij Bloomberg, dat de Fed verwacht dat de prijsstijging voornamelijk door aanbodproblemen komt. Van de chipproducenten hoor ik dat de markt voor chips in auto’s pas na 2022 weer in balans is. De markt voor hoogwaardige chips zal na de zomer van 2022 weer in balans zijn. Daarnaast ziet de Fed nog geen volledige werkgelegenheid. De Centrale Bank verwacht dat de arbeidsparticipatiegraad verder verbetert, waardoor ook de moeilijkst te plaatsen groepen een baan vinden. Dat is riskant, want de participatiegraad verbetert traag. Verder ziet de Fed dat de markt denkt dat de inflatie niet uit de hand loopt: de verwachting ligt iets boven de 2%. Tenslotte heeft de Fed steeds gezegd eerst de obligatie-inkopen af te ronden en daarna pas aan renteverhoging te denken. 

In de afgelopen dagen is de tienjaarsrente opgelopen tot iets boven 1.6%. Dat is nog altijd onder de top van 1.74% eind maart. De markt maakt zich blijkbaar niet zo’n zorgen. Wie naar wat langere cijferreeksen kijkt, ziet een structurele trend van lage rente en lage inflatie. De lange trend die dat veroorzaakt; vergrijzing, internationalisering en technologie zet nog wel even door. 
Contact